In de strijd tegen belastingfraude zijn er de voorbije jaren zeer veel stappen gezet. Meteen na de zomer al volgt de uitwerking op het terrein van regelgeving die op dit punt als de meest baanbrekende ooit kan worden beschouwd en die zal leiden tot quasi volledige transparantie van vermogen aangehouden in het buitenland. Omdat wij in de praktijk vaststellen dat de impact hiervan niet steeds accuraat wordt ingeschat, duiden wij hierbij nog eens waar het precies om gaat en welke belangen er spelen.
In navolging van de Amerikaanse FATCA-wetgeving, heeft de OESO in 2014 een standaard uitgewerkt op het gebied van automatische gegevensuitwisseling, de zogenaamde Common Reporting Standard (CRS). Kort hierop is deze standaard op het niveau van de Europese Unie in een richtlijn gegoten (de zogenaamde Bijstandsrichtlijn werd hiertoe gewijzigd), die vervolgens werd uitgewerkt in de wetgeving van alle EU-lidstaten. Ook buiten de Europese Unie heeft een veelheid van landen (waaronder landen als Zwitserland, Monaco, Singapore en Panama) reeds aangegeven zich aan de CRS te (gaan) conformeren.
Zeer concreet betekent dit dat de Belgische fiscus van de fiscus van het land dat zich aan de CRS heeft geconformeerd en waar Belgische rijksinwoners rekeningen aanhouden (rechtstreeks of onrechtstreeks, door tussenplaatsing van een vennootschap, trust, stichting of een verzekering), een schat aan informatie zal ontvangen. Zo zal jaarlijks onder meer de rekeningstand worden gecommuniceerd. Voor rekeningen aangehouden in bijvoorbeeld Luxemburg, zal de informatie de Belgische fiscus reeds in september 2017 bereiken. Voor rekeningen aangehouden in bijvoorbeeld Zwitserland, is dat een jaar later.
De grote vraag is nu wat de fiscus met deze informatie precies zal gaan doen. Op de website van de FOD Financiën wordt in alle geval aangegeven dat er controleacties zijn gepland als blijkt dat buitenlandse inkomsten “niet” werden aangegeven. Maar wat dan als de inkomsten nu wel worden aangegeven maar in het verleden niet? En wat als de inkomsten worden aangegeven sinds er enkele jaren geleden een regularisatie van de buitenlandse rekening werd doorgevoerd, maar deze regularisatie zich heeft beperkt tot de inkomsten van bijvoorbeeld de laatste zeven jaar (fiscale verjaringstermijn inzake inkomstenbelastingen) of tien jaar (termijn gedurende dewelke de bank informatie bijhoudt) maar zich niet heeft uitgestrekt tot het onderliggend kapitaal?
Zeker wat deze laatste problematiek betreft, merken wij de laatste tijd in onze praktijk een sterke focus op de toepassing van het witwasmisdrijf van artikel 505 van het Strafwetboek. Zowel bij de BBI als bij het parket lijkt de visie meer en meer te zijn dat, zelfs na reeds lange tijd te hebben geregulariseerd onder de destijds van toepassing zijnde wetgeving en sindsdien aan alle fiscale verplichtingen te hebben voldaan, dit in veel gevallen geen soelaas biedt voor het onderliggend kapitaal. De stelling is dan dat, indien het onderliggend kapitaal destijds niet mee werd geregulariseerd, er blijvend vervolging mogelijk is wegens witwassen.
Het lijkt dan ook niet geheel onlogisch dat, minstens in de dossiers waar uit de CRS-informatiestroom blijkt dat er een aanzienlijk vermogen in het buitenland staat geparkeerd, er zal worden gepoogd aannemelijk te maken dat het bronkapitaal geheel of ten dele destijds (ook al is dit zeer lang geleden) niet zijn fiscaal regime heeft ondergaan en dat zal worden gepoogd de in het verleden onterecht niet aan de schatkist afgedragen belasting te recupereren en de gepleegde inbreuken te bestraffen. Voor diegenen die hierop willen anticiperen, is een regularisatie-aangifte bij het Contactpunt Regularisaties onder de nieuwe regularisatiewetgeving van 21 juli 2016 sterk het overwegen waard. Deze mogelijkheid staat evenwel slechts open zolang men door de fiscus niet in kennis is gesteld van de opening van een onderzoek; vanaf deze kennisgeving zal men zijn dossier met de fiscus en – in sommige gevallen – het parket verder dienen af te handelen.
Regularisaties en fiscaal strafrecht: het zit in ons, DNA