Het Hof van Cassatie bevestigt bij arrest van 14 november 2019 de zienswijze van het Hof van Beroep van Antwerpen (arrest 22/03/2017) inzake volgende (vaak gehanteerde) clausule van verrekening van dag tot dag in een scheidingsstelsel:
“Bij gebrek van geschreven rekeningen zullen de echtgenoten vermoed worden de rekeningen, die zij verschuldigd zijn dag voor dag te hebben vereffend, met inbegrip van die rekeningen die betrekking hebben op de vergoeding voor het familiaal, het huishoudelijk of het sociaal werk van ieder van hen.”
De feiten die aan deze rechtspraak ten gronde liggen, zijn de volgende:
Een vrouw gehuwd onder scheiding van goederen heeft tijdens het huwelijk een hypothecaire lening mee afbetaald voor een onroerend goed waarvan de man exclusieve eigenaar is. Na de echtscheiding vordert de vrouw een vergoeding voor de door haar betaalde bedragen. Volgens de man dient deze aanspraak te worden afgewezen wegens onder meer strijdig met het huwelijkscontract dat voorziet in een vermoeden van verrekening van dag tot dag van de rekeningen die de echtgenoten wederzijds zijn verschuldigd.
Het Hof van Beroep van Antwerpen oordeelt hierover dat deze bepaling in het huwelijkscontract de vordering van de vrouw niet kan doen stranden: “Het vermoeden van verrekening van dag tot dag van de rekeningen die de echtgenoten wederzijds zijn verschuldigd, is duidelijk slechts weerlegbaar bedongen.” Dergelijk beding in het huwelijkscontract sluit bovendien volgens het Hof geen bewijs uit van het bestaan van een schuldvordering van de ene echtgenoot op de andere. De conclusie van het Hof van Beroep is dus dat de geldtransfers vanuit de eigen rekening van de vrouw voor de afbetaling van het hypothecair krediet toch nog als bewijs kunnen dienen voor haar vordering.
Het Hof van Cassatie heeft recent dit arrest van het Hof van Beroep van Antwerpen bevestigd. Het Hof van Cassatie stelt dat er ingevolge voormelde clausule in het huwelijkscontract bij gebrek van een geschrift een vermoeden van verrekening geldt, maar er wordt volgens het Hof van Cassatie niet uitdrukkelijk bepaald dat het vermoeden slechts door middel van een geschrift kan worden weerlegd.
Anders dan veelal werd aangenomen (zie bv. arrest Gent 25/02/2016 waarin werd geoordeeld dat de echtgenoten door dergelijke clausule op te nemen in hun huwelijkscontract zelf contractueel de beperking hebben ingebouwd dat dit vermoeden van verrekening van dag tot dag slechts weerlegbaar is door middel van geschreven rekeningen), kan men het vermoeden van verrekening van dag tot dag dus nu wel weerleggen met andere middelen dan een geschrift en sluit dergelijk beding niet het bewijs uit van het bestaan van een schuldvordering van de ene echtgenoot op de andere.
Annelies Maeckelbergh (maeckelbergh@deknudtnelis.be)