Minister Van Overtveldt bindt strijd aan met oud zwart geld!

In een bericht in de Tijd van vandaag bevestigt Minister van Financiën Johan Van Overtveldt wat al een tijdje in de wandelgangen was te horen: de overheid zal het nodige doen om ervoor te zorgen dat ook fiscale fraude die (desgevallend al lang) fiscaal verjaard is, alsnog wordt rechtgezet.

Niet alleen diegenen die nog helemaal niet hebben geregulariseerd, zullen hierbij worden getroffen. Ook diegenen die enkel de nog niet fiscaal verjaarde inkomsten hebben geregulariseerd maar niet het onderliggend kapitaal, zullen worden geviseerd. Allicht zijn de meerderheid van het aantal regularisatiedossiers in dat geval. Tot medio 2013 liet de regularisatiewetgeving immers niet toe op het fiscaal verjaard kapitaal als zodanig te regulariseren. Al deze dossiers dreigen nu opnieuw te worden opengetrokken.

De BBI zal nu diegenen met een buitenlands vermogen gaan bevragen. De eerste vragen om inlichtingen gaan naar verluidt eerstdaags de deur uit. Hierbij is uiteraard ook van belang dat ingevolge internationale wetgeving (de zogenaamde “CRS”) de fiscus van een veertigtal landen (waaronder bv. Luxemburg) eind 2017 automatisch alle gegevens (o.a. rekeningstanden) heeft aangeleverd gekregen van alle Belgische rijksinwoners die er bankieren (in eigen naam dan wel middels een vennootschap, levensverzekering of andere structuur). In 2018 komt hier nog informatie van een zestigtal landen (waaronder Zwitserland) bij. Alle nuttige informatie wordt de fiscus dus met andere woorden zomaar gepresenteerd.

De Minister van Financiën stelt dat als de belastingplichtige niet meewerkt aan de rechtzetting van zijn of haar verjaard kapitaal, het dossier wordt overgemaakt aan het parket, dat dan een onderzoek kan starten op basis van het witwasmisdrijf. In onze praktijk blijkt dat de parketten (in het Vlaamse landsgedeelte althans) erg streng optreden tegen verjaarde fiscale fraude. Zelfs in het kader van een minnelijk schikking is een vaste lijn dat zij bovenop de niet betaalde belasting, ook nog een “boete” vereisen van 60% van de te betalen belastingen.

Dat is een stuk hoger dan het tarief van 38% dat thans op basis van de bestaande regularisatiewetgeving van toepassing is ten aanzien van het fiscaal verjaard kapitaal. In heel wat dossiers is het daarom sterk het overwegen waard om zo snel als mogelijk het dossier te evalueren en waar nodig proactief een (al dan niet bijkomende) regularisatie te doen bij het Contactpunt Regularisaties. Eens er een vraag om inlichtingen wordt verkregen van de BBI, is dat immers strikt genomen niet meer mogelijk en komt men noodgedwongen in de systematiek van de BBI en – mogelijks – het parket terecht.

Fiscale regularisaties: het zit in ons, DNA