De taak van de Advocaat, de Rechter en de Notaris in een vereffening-verdeling anno 2020

Klassiek werd gesteld dat partijen hun betwistingen niet meer bij de rechtbank aanhangig konden maken eenmaal de notaris-vereffenaar werd aangesteld.
Uit de rechtspraak van het Hof van Cassatie (26 oktober 2017 en 1 februari 2018) en uit een door ons uitgevoerde historische analyse van de rechtspleging van de vereffening-verdeling, blijkt evenwel dat dit enkel geldt voor betwistingen over de eigenlijke verrichtingen van vereffening-verdeling. Dit zijn de betwistingen die virtueel begrepen zijn in de vordering tot vereffening-verdeling, zoals betwistingen omtrent vergoedingsrekeningen tussen echtgenoten, de vorming van de loten, de berekening van de bedragen die door de erfgenamen moeten worden ingebracht,… Andere betwistingen kunnen én moeten nog steeds bij de rechtbank aanhangig worden gemaakt. Een nietigverklaring van een schenking of van een testament bijvoorbeeld, dient dus bij de rechtbank te worden gevorderd en niet bij de notaris-vereffenaar. De notaris-vereffenaar is overigens helemaal niet bevoegd om zich uit te spreken over een nietigheid van een rechtshandeling.

Alle actoren die betrokken zijn bij een vereffening-verdeling dienen dit goed voor ogen te houden: de advocaat, de rechtbank en de notaris.

Laten we starten met de advocaat.

De advocaat dient de nodige omzichtigheid aan de dag te leggen bij het stellen van vorderingen die gelinkt zijn aan de vereffening-verdeling, maar niet virtueel begrepen zijn in de vordering tot vereffening-verdeling.
Het gaat hier om heel wat vorderingen waarbij moet worden opgelet dat deze op een correcte manier worden ingesteld teneinde de verjaring ervan te vermijden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de nietigverklaring van een huwelijkscontract, een schenking of een testament. Dit geldt ook voor de vordering tot inkorting die moet worden ingesteld door een erfgenaam die zijn reserve niet zou hebben gekregen. Maar ook voor de vordering tot heling kan de vereffening-verdeling niet worden afgewacht, maar moet deze vordering daarentegen tijdig bij de rechtbank worden ingesteld.
Het is dus opletten geblazen voor de advocaat die vorderingen wenst in te stellen voor zijn cliënt in het kader van vereffeningen-verdelingen eenmaal de notaris-vereffenaar werd aangesteld. De aanspraken omtrent de eigenlijke vereffening-verdeling dienen tijdig bij de notaris-vereffenaar te worden aangekaart. Andere vorderingen moeten tijdig bij de rechtbank aanhangig worden gemaakt. Wordt dit niet correct gedaan, dan is er een gevaar dat de vorderingen te laat zullen zijn ingesteld, met alle gevolgen van dien.

Samengevat: Advocaat, pas op voor de verjaring van vorderingen!

De rechter die wordt gevraagd de vereffening-verdeling te bevelen en een notaris-vereffenaar aan te stellen kan daarnaast nog met andere vorderingen worden geconfronteerd. In dat geval dient de rechtbank goed de draagwijdte van art. 1209, §1 Ger.W. voor ogen te houden. Art. 1209, §1 Ger.W. bepaalt dat de rechtbank voor de geschillen van de vereffening-verdeling de keuze heeft om deze geschillen onmiddellijk te beslechten of de oplossing ervan uit te stellen tot het dossier van de vereffening-verdeling opnieuw bij de rechtbank aanhangig wordt gemaakt. In het laatste geval wordt eerst de notaris-vereffenaar aangesteld zodanig dat de rechtbank het advies van de notaris-vereffenaar kan bekomen. Deze keuze bestaat voor de rechtbank evenwel enkel voor de geschillen bedoeld in art. 1209, §1 Ger.W. Dit zijn de geschillen omtrent de eigenlijke verrichtingen van vereffening-verdeling: het opmaken van de boedelbeschrijving, het vaststellen van de rekeningen die de deelgenoten elkaar verschuldigd mochten zijn, het vormen van de algemene massa, het samenstellen van de kavels en de afrekening van de deelgenoten. Een concreet voorbeeld hiervan is de vordering tot inbreng van een schenking die aan een erfgenaam werd gedaan. Met betrekking tot deze vordering heeft de rechtbank dus een keuze. Ofwel beslecht de rechtbank dit geschil onmiddellijk. Ofwel wordt de oplossing van het geschil uitgesteld tot het vonnis van homologatie wordt gewezen of tot dit als tussengeschil door de notaris-vereffenaar bij de rechtbank aanhangig wordt gemaakt.

Indien evenwel andere vorderingen bij de rechtbank aanhangig worden gemaakt (ook al betreft het vorderingen tussen deelgenoten en ook al betreft het vorderingen die een weerslag hebben op de omvang van de te verdelen boedel), dan heeft de rechtbank geen keuze. Deze geschillen moet de rechtbank beslechten overeenkomstig het gemeen procesrecht. De rechtbank kan de oplossing van deze geschillen niet uitstellen tot het advies van de notaris werd bekomen.

De rechtbank zal dus steeds moeten bekijken of de vorderingen binnen de draagwijdte van art. 1209, §1Ger.W. vallen en dus de eigenlijke vereffening-verdeling betreffen. Is dit niet het geval, dan zal de rechtbank de beslechting van deze vorderingen niet kunnen doorschuiven naar de notaris-vereffenaar. De rechtbank moet deze vorderingen zelf beslechten.

Samengevat: Rechter, spreek te gepasten tijde recht!

De notaris-vereffenaar ten slotte dient de werkzaamheden van vereffening-verdeling te verrichten en dient omtrent alle geschillen met betrekking tot de vereffening-verdeling een standpunt in te nemen. Dit betreft bijvoorbeeld geschillen omtrent de in te brengen waarde, omtrent de vorming van de loten, omtrent de berekening van de vergoedingsrekeningen, … Komt geen akkoord tot stand tussen de partijen omtrent het standpunt van de notaris-vereffenaar over de oplossing van het geschil, dan dient de notaris-vereffenaar deze geschillen aan de rechtbank voor te leggen. Dit kan gebeuren in het kader van de bezwaren die zijn ingebracht tegen de staat van vereffening (art. 1223, §3 Ger.W.) of tussentijds voor de geschillen of moeilijkheden die naar het oordeel van de notaris-vereffenaar dermate essentieel zijn dat ze het opstellen van de staat van vereffening beletten (art. 1216, §1 Ger.W.).

Rijzen in het kader van de werkzaamheden van vereffening-verdeling andere geschillen tussen de deelgenoten, dan dienen deze vorderingen niet bij de notaris-vereffenaar te worden ingesteld, maar wel bij de rechtbank.

De notaris-vereffenaar dient dus enkel de eigenlijke vereffening-verdeling voor zijn rekening te nemen. Enkel voor de verrichtingen van vereffening-verdeling werd de notaris-vereffenaar als “eerste rechter” aangesteld. Over de andere vorderingen van de deelgenoten, hoeft de notaris-vereffenaar zich niet te bekommeren.

Samengevat: Notaris, focus op de eigenlijke vereffening-verdeling!