Standpunten Vlabel: niet meer retroactief maar toch nog effecten op oude planningen!

De Vlaamse Belastingdienst heeft eindelijk gehoor gegeven aan de kritiek uit de praktijk omtrent de (retroactieve) toepassing van haar nieuwe standpunten. Nieuwe standpunten van Vlabel – die vaak lijnrecht ingaan tegen hetgeen voordien algemeen werd aanvaard – zullen voortaan enkel nog gelden voor de toekomst. Tevens zal er telkens een overgangstermijn worden voorzien zodat er tijdig kan worden ingegrepen vóór de inwerkingtreding van een nieuw standpunt, zo zegt Vlabel. Op deze wijze zou er een einde worden gesteld aan het retroactief toepassen van nieuwe standpunten.

De nieuwe standpunten kunnen nochtans wel effect hebben op toekomstige gevolgen van oude planningen.

In dit kader dienen wij te wijzen op onze vorige nieuwsbrief waarbij het nieuwe standpunt omtrent de schenking met voorbehoud van vruchtgebruik in combinatie met een burgerlijke maatschap werd verduidelijkt. Zoals vermeld, is dit standpunt pas van toepassing vanaf 1 juni 2017. Het nieuwe standpunt zal dus niet ingrijpen op de ‘oude’ gevolgen van ‘oude’ planningen. Wel zullen vanaf 1 juni 2017 ook de burgerlijke vruchten bij een ‘oud’ voorbehoud van vruchtgebruik worden gevat door dit nieuwe standpunt.

Zoals aangegeven in de vorige nieuwsbrief, stelt Vlabel thans dat indien bijvoorbeeld de (burgerlijke) vruchten van de beleggingsportefeuille aangehouden door de burgerlijke maatschap niet worden uitgekeerd ingevolge een beslissing van de algemene vergadering, de niet uitgekeerde vruchten worden beschouwd als een ‘nieuwe’ gesplitste inschrijving, eveneens onderworpen aan artikel 2.7.1.0.7 VCF (met een taxatie in de erfbelasting bij overlijden van de schenker als gevolg). Dit lijkt bovendien tevens van toepassing bij een beleggingsportefeuille aangehouden zonder een burgerlijke maatschap, waarbij de vruchten van de portefeuille worden geïncorporeerd in het kapitaal. Hier is bijgevolg de datum van de ‘nieuwe’ gesplitste inschrijving het ijkpunt voor de eventuele toepassing van het voormelde standpunt. Dit alles geldt dus evenzeer voor gegenereerde vruchten in het kader van planningen van vóór 1 juni 2017.

Een nieuw standpunt kan dus zeer zeker ook een impact hebben op oude planningen met alle gevolgen vandien.

Tevens kunnen wij u melden dat er naar verluidt eerstdaags nieuwe informatie zou komen omtrent de visie van Vlabel inzake het gebruik van een burgerlijke maatschap in een successieplanning. Ook hierrond bestaat heel wat onzekerheid, sinds Vlabel in haar voorafgaande beslissing met nr. 16046 dd. 14 november 2016 heeft gesteld dat indien de schenker te veel controle voorbehoudt in het kader van een burgerlijke maatschap, dit een probleem kan vormen op basis van artikel 2.7.1.0.3,3° VCF (oud artikel 4,3° W. Succ.) in combinatie met de antimisbruikbepaling. Wij houden u alvast geïnformeerd.

Successieplanning: het zit in ons, DNA